Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [75]Hij [76]opende een steenrots, en er vloeiden wateren uit, [die] gingen door [77]de dorre plaatsen [als] een rivier. 75. Te weten, God. 76. Te weten, te Rafidim, Ex.17:6, en te Kades, Num.20:11. Zie ook hfdst.78 vs.15. 77. Door welke de Israelieten reisden. Waar zij gingen, het water volgde hen na. Zie 1 Kor.10:4.